Woorden Die Beginnen Met S

sa (sa)

sacramento (sacramento)

sacred (heilig)

sacrifice (offer)

saddam (saddam)

safari (safari)

safer (veiliger)

safety (veiligheid)

sage (verstandig)

sagem (sagem)

said (gezegd)

sail (zeil-)

sailing (het zeilen)

saint (heilige)

sake (rijstwijn)

salad (salade)

salaries (salarissen)

sale (uitverkoop)

salem (salem)

sally (sally)

salmon (zalm)

salon (salon)

salt (zout)

salvador (salvador)

salvation (redding)

sam (samen)

samba (samba)

same (dezelfde)

samoa (samoa)

sampling (bemonstering)

samsung (samsung)

samuel (samuel)

san (san)

sand (zand)

sandra (sandra)

sandwich (broodje)

sandy (zanderig)

sans (zonder)

santa (de kerstman)

sanyo (sanyo)

sao (sao)

sap (sap)

sapphire (saffier)

sara (sara)

sarah (sarah)

sas (sas)

saskatchewan (saskatchewan)

satellite (satelliet)

satin (satijn)

satisfaction (tevredenheid)

satisfactory (bevredigend)

satisfied (tevreden)

satisfy (voldoen)

saturday (zaterdag)

saturn (saturnus)

sauce (saus)

saudi (saoedi)

savage (wild)

savannah (savanne)

save (sparen)

saved (gered)

saver (spaarder)

saving (besparing)

saw (zaag)

say (zeggen)

saying (gezegde)

says (zegt)

sb (sb)

sbjct (sbjct)

sc (sc)

scale (schaal)

scanned (gescand)

scanner (scanner)

scanning (scannen)

scared (bang)

scary (eng)

scenario (scenario)

scene (tafereel)

scenic (toneel-)

scheduled (gepland)

scheduling (het roosteren)

schema (schema)

scholar (geleerde)

scholarship (beurs)

school (school-)

sci (wetenschap)

scientific (wetenschappelijk)

scientist (wetenschapper)

scoop (lepel)

scope (reikwijdte)

score (score)

scored (scoorde)

scoring (scoren)

scotia (scotia)

scotland (schotland)

scott (scott)

scottish (schots)

scout (verkenner)

scratch (kras)

screen (scherm)

screening (screening)

screensaver (screensaver)

screenshot (schermafbeelding)

screw (schroef)

script (script)

scripting (scripting)

scsi (scsi)

scuba (duiken)

sculpture (beeldhouwwerk)

se (se)

sea (zee)

seafood (zeevruchten)

seal (zegel)

sealed (verzegeld)

sean (sean)

searched (gezocht)

searches (zoekopdrachten)

seas (zeeën)

season (seizoen)

seasonal (seizoensgebonden)

seat (stoel)

seating (zitplaatsen)

seattle (seattle)

sec (sec)

second (tweede)

secondary (ondergeschikt)

secret (geheim)

secretariat (secretariaat)

secretary (secretaris)

section (sectie)

sector (sector)

secured (beveiligd)

securely (veilig)

securities (effecten)

seed (zaad)

seeing (zien)

seek (zoeken)

seeking (op zoek naar)

seem (lijken)

seemed (leek)

seen (gezien)

sees (ziet)

sega (sega)

segment (segment)

select (selecteer)

selected (geselecteerd)

selecting (selecteren)

selection (selectie)

selective (selectief)

sell (verkopen)

seller (verkoper)

selling (verkoop)

semester (semester)

semi (half)

semiconductor (halfgeleider)

seminar (seminarie)

sen (sen)

senate (senaat)

senator (senator)

sender (afzender)

sending (bezig met verzenden)

senegal (senegal)

senior (senior)

sensitive (gevoelig)

sensitivity (gevoeligheid)

sensor (sensor)

sentence (zin)

seo (seo)

sep (sep)

separated (uit elkaar gehaald)

separately (afzonderlijk)

separation (scheiding)

sept (sept)

september (september)

seq (volgende)

sequence (volgorde)

ser (ser)

serbia (servië)

serial (serieel)

series (serie)

serious (echt)

seriously (ernstig)

serum (serum)

serve (dienen)

served (geserveerd)

server (server)

serving (portie)

session (sessie)

set (set)

sets (sets)

settle (settelen)

settled (geregeld)

settlement (regeling)

setup (opstelling)

seven (zeven)

seventh (zevende)

severe (erge, ernstige)

sewing (naaien)

sexuality (seksualiteit)

sexually (seksueel)

sf (sf)

sg (sg)

sh (sh)

shade (schaduw)

shaft (schacht)

shake (schudden)

shakespeare (shakespeare)

shakira (shakira)

shall (zal)

shame (schaamte)

shanghai (sjanghai)

shannon (shannon)

shape (vorm)

shaped (gevormd)

shared (gedeeld)

shareholders (aandeelhouders)

shareware (shareware)

sharing (delen)

shark (haai)

sharon (sharon)

sharp (scherp)

shaved (geschoren)

shaw (shawl)

she (ze)

sheep (schaap)

sheer (puur)

sheet (vel)

sheffield (sheffield)

shelf (plank)

shell (schelp)

shelter (onderdak)

shepherd (herder)

sheriff (sheriff)

sherman (sherman)

shift (verschuiving)

shine (schijnen)

ship (schip)

shipment (verzending)

shirt (overhemd)

shock (schok)

shoe (schoen)

shoot (schieten)

shop (winkel)

shopper (shopper)

shopping (boodschappen doen)

shopzilla (shopzilla)

shore (kust-)

shortcuts (sneltoetsen)

shorter (korter)

shortly (binnenkort)

shot (schot)

shoulder (schouder)

show (tonen)

showcase (etalage)

showed (liet zien)

shower (douche)

showing (laten zien)

shown (getoond)

showtimes (aanvangstijden)

shut (dicht)

shuttle (shuttle)

sic (sic)

sick (ziek)

side (kant)

sie (sie)

siemens (siemens)

sierra (sierra)

sig (sig)

sight (zicht)

sigma (sigma)

sign (teken)

signal (signaal)

signature (handtekening)

signed (ondertekend)

significance (betekenis)

significant (significant)

signing (signeren)

signup (aanmelden)

silence (stilte)

silent (stil)

silicon (silicium)

silk (zijde)

silly (gek)

silver (zilver)

sim (sim)

similarly (op dezelfde manier)

simon (simon)

simplified (vereenvoudigd)

simpson (simpson)

sims (sims)

simulation (simulatie)

simultaneously (tegelijkertijd)

since (sinds)

singapore (singapore)

singer (zanger)

singh (singh)

singing (zingen)

single (single)

sink (wastafel)

sip (slokje)

sir (meneer)

site (site)

sitemap (sitemap)

sitting (zitten)

situated (gelegen)

situation (situatie)

six (zes)

sixth (zesde)

sized (formaat)

skating (het schaatsen)

ski (ski)

skiing (skiën)

skill (vaardigheid)

skin (huid)

skip (overslaan)

skirt (rok)

sku (sku)

sky (lucht)

skype (skype)

slave (slaaf)

sleep (slaap)

sleeping (slapen)

sleeve (mouw)

slide (glijbaan)

slideshow (diavoorstelling)

slight (gering)

slightly (een beetje)

slim (dun)

slip (uitglijden)

slope (helling)

slot (sleuf)

slovak (slowaaks)

slovakia (slowakije)

slovenia (slovenië)

slowly (langzaam)

smaller (kleiner)

smallest (kleinste)

smart (slim)

smell (geur)

smile (glimlach)

smilies (smileys)

smith (smid)

smithsonian (smithsonisch)

smoke (rook)

smoking (roken)

smooth (glad)

sms (sms)

smtp (smtp)

snap (snap)

snapshot (momentopname)

snow (sneeuw)

snowboard (snowboarden)

soa (soa)

soap (zeep)

soc (soc)

soccer (voetbal)

social (sociaal)

societies (verenigingen)

society (maatschappij)

sociology (sociologie)

socket (stopcontact)

socks (sokken)

sodium (natrium)

sofa (bank)

softball (softbal)

software (software)

soil (bodem)

sol (sol)

solar (zonne-)

solaris (solaris)

sold (verkocht)

soldier (soldaat)

sole (zool)

solid (solide)

solo (solo)

solomon (solomon)

solution (oplossing)

solved (opgelost)

solving (oplossen)

soma (soma)

somalia (somalië)

some (sommige)

somehow (ergens)

somerset (somerset)

sometimes (soms)

somewhat (iets)

son (zijn)

song (lied)

sonic (sonisch)

sons (zonen)

sony (sony)

soon (spoedig)

soonest (het snelst)

sophisticated (geavanceerde)

sorry (sorry)

sorted (gesorteerd)

sought (gevraagd)

soul (ziel)

sound (geluid)

soundtrack (soundtrack)

soup (soep)

south (zuiden)

southampton (southampton)

southeast (zuidoosten)

southern (zuidelijk)

southwest (zuidwesten)

soviet (sovjet)

sox (sok)

sp (sp)

spa (spa)

space (ruimte)

spain (spanje)

spam (spam)

span (span)

spank (pak slaag)

sparc (sparc)

spare (reserve)

spas (kuuroorden)

spatial (ruimtelijk)

speak (spreken)

speaker (spreker)

speaking (sprekend)

spears (speren)

spec (specificaties)

specialist (specialist)

specializing (gespecialiseerd)

specially (speciaal)

specialties (specialiteiten)

specialty (specialiteit)

species (soorten)

specifically (specifiek)

specification (specificatie)

specified (gespecificeerd)

specifies (specificeert)

specify (specificeren)

spectacular (spectaculair)

spectrum (spectrum)

speech (toespraak)

speeches (toespraken)

spell (spellen)

spelling (spelling)

spencer (spencer)

spend (besteden)

spent (uitgegeven)

sperm (sperma)

sphere (gebied)

spider (spin)

spies (spionnen)

spine (ruggengraat)

spiritual (spiritueel)

spirituality (spiritualiteit)

split (splitsen)

spoke (spraken)

spoken (gesproken)

spokesman (woordvoerder)

sponsor (sponsor)

sponsored (gesponsord)

sponsorship (sponsoring)

sport (sport)

sporting (sportief)

spot (plek)

spotlight (schijnwerpers)

spouse (echtgenoot)

spray (sprayen)

spread (verspreiding)

spreading (verspreiden)

spring (voorjaar)

springer (springer)

springfield (springfield)

sprint (sprint)

spy (spion)

spyware (spyware)

sql (sql)

squad (ploeg)

square (vierkant)

src (src)

sri (sri)

ssl (ssl)

stability (stabiliteit)

stable (stal)

stack (stapelen)

stadium (stadion)

staffing (personeelsbezetting)

stage (stadium)

stainless (roestvrij)

stake (inzet)

stakeholders (belanghebbenden)

stamp (stempel)

stan (stan)

stand (stand)

standard (standaard-)

standing (staan)

stanford (stanford)

stanley (stanley)

star (ster)

starring (met in de hoofdrol)

starsmerchant (sterrenkoopman)

starting (beginnend)

startup (beginnen)

stat (stat)

stated (verklaarde)

statement (uitspraak)

statewide (over de hele staat)

static (statisch)

stating (met vermelding van)

station (station)

stationery (briefpapier)

statistical (statistisch)

statistics (statistieken)

status (toestand)

statute (statuut)

statutory (wettelijk verplicht)

stayed (bleef)

staying (blijven)

ste (ste)

steady (stabiel)

steal (stelen)

steam (stoom-)

steel (staal)

steering (sturen)

stem (stang)

step (stap)

stephanie (stephanie)

stephen (stephen)

stereo (stereo)

sterling (sterling)

steve (steve)

steven (steven)

stewart (stewart)

stick (stok)

sticker (sticker)

sticky (kleverig)

still (nog steeds)

stockholm (stockholm)

stockings (kousen)

stolen (gestolen)

stomach (maag)

stood (stond)

stop (hou op)

stopped (gestopt)

stopping (stoppen)

storage (opslag)

store (op te slaan)

stored (opgeslagen)

stories (verhalen)

str (str)

straight (rechtdoor)

strain (deformatie)

strand (strand)

stranger (vreemdeling)

strategic (strategisch)

strategies (strategieën)

strategy (strategie)

stream (stroom)

streaming (streamen)

street (straat)

strength (kracht)

strengthen (versterken)

strengthening (versterking)

stretch (uitrekken)

strict (streng)

strictly (strikt)

strike (staking)

striking (opvallend)

strip (strip)

stripes (strepen)

stroke (beroerte)

stronger (sterker)

strongly (sterk)

struck (geslagen)

struct (structureren)

structural (structureel)

structure (structuur)

structured (gestructureerd)

struggle (worstelen)

stuart (stuart)

stuck (zit vast)

stud (dekhengst)

student (leerling)

studied (bestudeerd)

studies (studies)

studio (studio)

study (studie)

studying (aan het studeren)

stuff (spullen)

stuffed (gevuld)

stunning (verbazingwekkend)

style (stijl)

stylish (stijlvol)

stylus (stylus)

sub (sub)

subaru (subaru)

subcommittee (subcommissie)

subdivision (onderverdeling)

subject (onderwerpen)

subjective (subjectief)

sublime (subliem)

sublimedirectory (sublieme directory)

submission (inzending)

submitted (ingediend)

submitting (indienen)

subscribe (abonneren)

subscriber (abonnee)

subscription (abonnement)

subsection (onderafdeling)

subsequent (volgend)

subsequently (hierop volgend)

subsidiaries (dochterondernemingen)

subsidiary (dochteronderneming)

substantially (substantieel)

substitute (vervanging)

subtle (subtiel)

suburban (voorstad)

succeed (slagen)

success (succes)

successful (succesvol)

successfully (met succes)

sucking (zuigen)

sudan (soedan)

sudden (plotseling)

sue (haar)

suffer (lijden)

suffered (geleden)

sufficiently (voldoende)

sugar (suiker)

suggest (stel voor)

suggested (suggereerde)

suggesting (suggereren)

suggestion (suggestie)

suicide (zelfmoord)

suit (pak)

suite (suite)

suited (geschikt)

sullivan (sullivan)

sum (som)

summaries (samenvattingen)

summer (zomer)

summit (top)

sun (zon)

sunday (zondag)

sunglasses (zonnebril)

sunny (zonnig)

sunrise (zonsopkomst)

sunset (zonsondergang)

sunshine (zonneschijn)

superb (super)

superintendent (opzichter)

superior (superieur)

supervision (overzicht)

supervisor (leidinggevende)

supplement (supplement)

supplemental (aanvullend)

supplier (leverancier)

supplies (benodigdheden)

supply (levering)

support (ondersteuning)

supported (ondersteund)

supporters (supporters)

supporting (ondersteunend)

suppose (veronderstellen)

supposed (verondersteld)

supreme (opperste)

sur (sur)

surely (zeker)

surface (oppervlakte)

surfing (surfen)

surge (golf)

surgeon (chirurg)

surgery (chirurgie)

surgical (chirurgisch)

surname (achternaam)

surplus (overschot)

surprise (verrassing)

surprised (verbaasd)

surprising (verrassend)

surrey (surrey)

surround (omringen)

surrounded (omsingeld)

surrounding (omringend)

surveillance (toezicht)

survey (enquête)

survival (overleving)

survive (overleven)

survivor (overlevende)

susan (susan)

suse (suse)

suspect (verdachte)

suspected (vermoedelijke)

suspended (geschorst)

suspension (oponthoud)

sussex (sussex)

sustainability (duurzaamheid)

sustained (gestaag)

suzuki (suzuki)

swap (ruil)

swaziland (swaziland)

sweden (zweden)

swedish (zweeds)

sweet (zoet)

swift (snel)

swim (zwemmen)

swing (schommel)

swingers (swingers)

swiss (zwitsers)

switch (schakelaar)

switched (geschakeld)

switches (schakelaars)

switching (schakelen)

switzerland (zwitserland)

sword (zwaard)

sydney (sydney)

symantec (symantec)

symbol (symbool)

sympathy (sympathie)

symphony (symfonie)

symposium (symposium)

symptoms (symptomen)

sync (synchroniseren)

syndicate (syndicaat)

syndication (syndicatie)

syndrome (syndroom)

synopsis (korte inhoud)

syntax (syntaxis)

synthesis (synthese)

synthetic (synthetisch)

syracuse (syracuse)

syria (syrië)

sys (sys)

system (systeem)

systematic (systematische)